In de wereld van klassieke automobielen kent iedereen Bart Holland. Geen wonder, want het restauratiebedrijf van de inmiddels 77-jarige oprichter is al 45 jaar een autoriteit in dit vakgebied. Het proces van opvolging is inmiddels in gang gezet, wat begon met vochtige ogen tijdens een kerstdiner.
De ironie van het restauratievak is dat je technische objecten het eeuwige leven kunt geven, maar het eigen lichaam niet. Een verkreukelde carrosserie? Bij Bart Holland maken ze een nieuwe. Een totaal verroest chassis? Idem, met de belofte dat het bruine monster er nooit meer vat op krijgt. Tijdens de rondleiding loopt Bart opvallend kwiek door de hallen van zijn bedrijf. ‘Mijn geest is nog helder, maar het lichaam wordt wat stram’, zegt hij verontschuldigend. Werkelijk? De opstapjes waar hij het bezoek voor waarschuwt neemt hij met bewonderenswaardige souplesse. Zijn respectabele leeftijd onthult hij pas aan het eind van het gesprek; tien jaar jonger hadden we ook geloofd. Een mens kan zichzelf niet restaureren, op misschien een nieuwe knie of heup na. De nabijheid van de schitterende automobielen houdt Bart beslist vitaal, en anders wel zijn vijftien medewerkers die alle leeftijdscategorieën vertegenwoordigen. Ook is er het intensieve klantcontact. Daar maakt hij altijd tijd voor, ook als hij niet zijn vaste twee à drie dagen per week in het bedrijf in Boskoop is. ‘Klanten noemen ons bedrijf een atelier’, zegt hij trots.
‘Het gaat om veel meer dan de auto zelf’
De dagelijkse gang van zaken is steeds meer in handen van zijn zoon Bart Jan (25). ‘Hij is anderhalf jaar geleden in onze bedrijfswoning getrokken. Uit eigen beweging kwam hij meer en meer op de werkvloer, waar hij zich vlot alle aspecten van het restauratiebedrijf eigen maakte. Hij besloot toen dat hij er niet meer weg wilde. Zijn studie Fotografie en Beeldcommunicatie bleef hij nog wel volgen, inmiddels rondt hij het laatste jaar af. Met kerstmis nam hij mij even apart, om te vragen of hij mijn opvolger mocht worden. Ik heb geloof ik niet eerder een traan gelaten tijdens een kerstdiner. Mooier kon ik het mij niet voorstellen.’ De klanten vinden het prima. ‘Vanzelfsprekend hebben zij aldoor zakengedaan met mij, maar velen vragen inmiddels naar Bart Jan. Dat is heel prettig. En hij kan er goed mee omgaan. Belangrijk, want tijdens gesprekken merk je dat het bij klanten meestal om veel meer gaat dan om de auto zelf. Want er komt niet zomaar een Triumph binnen, maar de Triumph van een onlangs overleden oom. Zijn auto is bijvoorbeeld al vanaf nieuw in de familie en de nabestaanden willen er bij speciale gelegenheden mee rijden. Zodat die oom er ook weer een beetje bij is.’
Achter elk project schuilt een verhaal. ‘Kijk, een Peugeot 203 Découvrable uit 1952, van een echtpaar dat er in de herfst van hun leven mee door Europa wil trekken.’ Ernaast staat een Volkswagen Golf GTI G60 uit 1991. ‘De eigenaar kon eindelijk zijn jongensdroom bemachtigen. De auto is helemaal uit elkaar geweest, want alleen dan wordt het perfect.’ Bart Holland schrijft die term met hoofdletters, ook als het om de schroefjes en moertjes gaat die je naderhand nooit meer terugziet. Via zijn ingenieuze ‘Step by Step systeem’ kunnen klanten een restauratie gefaseerd laten verlopen én bekostigen. ‘Hetplaatwerk moet altijd goed zijn, daar beginnen we mee. Daarna komen in overleg met ons de motor, het chroomwerk, de bekleding en andere zaken aan de beurt. Oftewel: in de winter een of meer fasen laten uitvoeren en in de zomer lekker rijden. Want daar gaat het bij een auto uiteindelijk altijd om.’ En die worden in Boskoop beter dan nieuw. ‘Wij bevrijden klassieke automobielen van de vergankelijkheid’, zegt Bart. Met pretoogjes, maar daarom niet minder gemeend.
‘Wij bevrijden klassieke automobielen van de vergankelijkheid’
Rational
